Hillenraad.

20 jaar vooruit: visie op de tuinbouw van 2044

Terugkijken; dat is vaak het makkelijkst, want wat voorbij is, is al gebeurd. Natuurlijk blijft het dan nog steeds lastig om alles te duiden, maar de geschiedenis leert ons het heden beter te begrijpen. En als we het heden begrijpen, kunnen we beter bedenken wat er in de toekomst kan gaan gebeuren. In 2012, bij het 10-jarig jubileum, deden we een vooruitblik naar 2022. Bij dit 20-jarig jubileum blikken we vooruit naar 2044.

Reality check
De verleiding is natuurlijk groot om te voorspellen dat de problemen van nu in de toekomst opgelost zullen zijn. Een soort technocratisch of soms ook maatschappelijk vooruitgangsgeloof dat de oplossingen voor de huidige problemen snel zichtbaar en bereikbaar worden. De realiteit is echter dat er zeker vooruitgang wordt geboekt, maar vaak minder snel dan verwacht. De realiteit is ook dat er in de komende twintig jaar weer nieuwe problemen zullen ontstaan. Zonder daarbij apocalyptisch te denken, zijn bijvoorbeeld vrede en veiligheid in onze Westerse wereld minder vanzelfsprekend dan 20 jaar geleden. Dat kan grote impact hebben.

Scenario denken
Hoe werpen we dan een blik op 2044? Zowel ongebreideld vooruitgangsgeloof als doemdenken werkt niet. We moeten proberen beelden te vormen van die toekomst. Een veelgebruikte methode is die van scenarioplanning. Op basis van vele en diverse bronnen probeer je een aantal plausibele toekomstscenario’s te schetsen: niet als voorspelling, maar als verkenning. Exploratief en liefst een beetje buiten de gebaande paden. Scenario’s die nu nog onwaarschijnlijk lijken, want juist die zijn belangrijk, omdat de gebaande paden vaak al verankerd zijn in de ondernemingsstrategie. De coronacrisis en aardgasprijspiek eind 2022 waren sprekende voorbeelden van ‘zwarte zwanen’. De kunst is uit de verschillende scenario’s die elementen op te pikken die in alle gevallen noodzakelijk en haalbaar zijn en daarmee maximale wendbaarheid en veerkracht te creëren.

Zekerheden van de toekomst
In dit artikel laten we ons verleiden om een aantal voorspellingen te doen; ook omdat we dat eerder gedaan hebben in de jubileumeditie van 2012. Prof. Dr. Wim de Ridder schetste toen een aantal ontwikkelingen. Een deel daarvan is uitgekomen, zoals de doorbraak van zonne-energie, ledverlichting, robotica en de rol van elektrische auto’s. Een aantal is ook (nog) niet uitgekomen. Dat pleit nogmaals voor scenariodenken. In de zoektocht naar de impact van toekomstige ontwikkelingen blijkt iedere keer weer dat je het beste uit kunt gaan van de zekerheden van de toekomst. Wat zijn de leidende thema’s die de nabije toekomst bepalen?

Thema’s van 2044
Wat de geschiedenis ons leert, is dat arbeid, energie, CO2 en water blijvende thema’s zijn voor de tuinbouw. Hightech of lowtech: de tuinbouw kan niet zonder deze hulpbronnen en ze zullen een groot deel van de kosten blijven vormen. Een andere zekerheid is dat de wereldbevolking blijft groeien, waarbij Europa wel achterop raakt. De demografie van Europa gaat veranderen, waarbij rond 2044 circa 25% van de bevolking ouder is dan 65 jaar. Dat betekent een grote druk op de gezondheidszorg en een grote rol voor gezonde voeding.

Daarnaast komt een snelle urbanisatie, waarbij in 2044 zo’n 60% van de wereldbevolking in een stedelijke omgeving woont. De noodzaak voor stedelijke vergroening en groen in huis zal groeien. Ook onvermijdelijk is de stijging van de zeespiegel en meer extreem weer. De noodzaak van klimaatadaptief telen lijkt onvermijdelijk, evenals de druk op Europa om meer zelfvoorzienend, duurzamer en grondstofneutraler te worden. Tel daarbij op consolidatie, schaalvergroting, robotisering en de rol van AI en je hebt een eerste beeld van de tuinbouw van de toekomst.

Doorbraken
Als we twintig jaar vooruitkijken, zullen een aantal doorbraken gerealiseerd zijn. Voorop staat echt autonoom telen met robots en AI in volledig procesgecontroleerde kassen. Met name de snelheid waarmee AI zich ontwikkelt, is fenomenaal. San Francisco is wederom the-place-to-be. Het ecosysteem is daar ideaal voor snelle innovatie. Dat AI geen hype is als crypto’s of NFT’s kan het best beargumenteerd worden door het perspectief dat AI (taalmodellen) door iedereen gebruikt kan worden. Daarmee is AI vergelijkbaar met de Google zoekmachine van destijds.

AI gaat in de tuinbouw de functie vervullen van volledige processturing, zoals de automatische piloot in een vliegtuig. Noodzakelijk om veilig en efficiënt het doel te bereiken, maar niemand stapt in een vliegtuig zonder piloot. We moeten immers blijvend rekening houden met calamiteiten en de onvoorspelbaarheid van de natuur en biologie. Planten zullen in 2044 veel meer zelfregulerend zijn in hun gezondheid en weerbaarheid. Ook is nieuwe plantarchitectuur doorgebroken, waardoor robotisering echt breed toepasbaar is geworden.

Grote verschuivingen
In aanloop naar 2044 zullen er grote verschuivingen zijn omdat in Duitsland, de belangrijkste economie van Europa, de auto-industrie en het ‘Wirtschaftswunder’ op hun grondvesten schudden. En als de Duitse economie in Europa hapert, heeft iedereen hoofdpijn; ook omdat de tuinbouw Duitsland als belangrijkste handelspartner heeft. We zullen ons dus in de komen jaren moeten richten op versnelde innovatie, want Europa begint steeds verder uit de pas te lopen. Wellicht kan tuinbouw daarin vooroplopen, met efficiënte en effectieve versproductie.

Ecosysteem
Het zal in de komende 20 jaar dus vooral gaan om innovatie en verbindingen in het cluster. Want hoe houden we een zelfstandig, zelfscheppend en innovatief tuinbouwcluster? Dat kan je niet alleen; dat kan enkel als er maximaal verbinding en interactie is binnen het cluster. Elkaar aanjagen, inspireren en vooruitbrengen. Een ecosysteem dat collectief, steeds in gezamenlijkheid oplossingen weet te vinden voor de vraagstukken van nu én die van de langere termijn. Ontwikkelen en sturen op een gedeelde visie waar we als tuinbouw in 2044 willen uitkomen. En dan vol inzetten op de ontwikkeling van dit ecosysteem, de verbinding met de maatschappij en de bijdrage aan de grote maatschappelijke opgaven.

Een effectief ecosysteem geeft keuzemogelijkheden, wendbaarheid, aanpassingsvermogen en weerbaarheid om in verschillende toekomstscenario’s een krachtige sector te behouden. Dan zal ook in 2044 de tuinbouw een vitaal onderdeel zijn van Nederland en Europa en van betekenis voor de wereld.